Café Des Espérances is een expositie over de hard- en software van oorlog. In de tentoonstelling komen verschillende structuren om ons heen in het licht, die zichtbaar maken hoezeer de oorlog -ook in vredestijd- nabij is.
Oorlogen vinden meestal ver weg plaats en het lijkt alsof wij er amper mee te maken hebben, maar het tegendeel is waar. Als je goed kijkt, zie je overal om je heen de sporen van militaire activiteit, -zoals (historische) militaire complexen die op slimme manier door infrastructuren verbonden zijn; ondergrondse bunkers; radioverbindingen, et cetera.
Kunst is vaak gericht op het doorgronden van verborgen structuren en patronen. Zo ook de werken die tijdens de tentoonstelling Café Des Espérances te zien zijn. Uitgangspunt is de paradoxale situatie dat oorlog ook in vredestijd altijd en overal aanwezig is; als residu van het verleden, maar ook als actualiteit, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwsbeelden, verdedigingswerken of spionagesystemen. Dit zijn structuren die zich liever camoufleren en verbergen dan tonen. Ze zijn vaak taboe of geheim. Om door te dringen tot hun ware aard toont iedere kunstenaar een facet ervan.
De titel Café Des Espérances is ontleend aan W.G. Sebalds roman Austerlitz; het verhaal van een man die er op volwassen leeftijd achter komt dat hij Joods is – het Engelse pleeggezin dat hem tijdens de oorlog opving had hem daarover niets verteld. Vanaf dat moment probeert hij aan één stuk door om zijn identiteit aan de hand van sporen in het landschap te reconstrueren. De oorlog is een gat in zijn geheugen en toch overal aanwezig. Samen met deze Austerlitz nemen we plaats in het Café Des Espérances aan de oever van de Schelde, turend naar de militaire infrastructuur, denkend aan de sociale en politieke middelen waarmee een samenleving de omgang met oorlog vormgeeft en beheers