Met haar video-installatie ‘Phoenix’s Last Song’ neemt kunstenaar Dorine van Meel deel aan de zomertentoonstelling ‘Plural Fertilities’. Het werk verwijst naar sciencefiction en toekomstdenken, twee thema’s die sinds 2016 een centrale rol spelen in de programmering van Kunstfort bij Vijfhuizen. In een eerdere samenwerking interviewde directeur en curator Zippora Elders Van Meel met betrekking tot het collaboratieve project de Southern Summer School, dat zij toen net had opgezet. Miriam van Ommeren sprak met Van Meel over politiek, ouderschap en ‘Plural Wombs’.
Het werk van Dorine van Meel bevindt zich op het snijvlak van (video)installatie, sculptuur en performance. Samenwerkingen maken een belangrijk deel van haar praktijk uit. Van Meel rondde, na een opleiding aan de Rietveld Academie, een Masters of Fine Art af aan Goldmsiths College in London, in 2014. Sinds vijf jaar is zij gevestigd in Berlijn, maar haar praktijk blijft internationaal georiënteerd. De jaren in Londen waren heel formatief voor de kunstenaar, ook los van de praktische en educatieve ontwikkeling die Van Meel daar heeft ondergaan. “De politieke dimensie van mijn werk is daar duidelijk tot ontwikkeling gekomen,” zo legt ze uit. “Daar werd ik ècht geconfronteerd met de vraag wat het betekent om kunstenaar te zijn, in deze tijd èn in deze wereld. Wat zijn nu de brandende vragen die gesteld moeten worden? En hoe verhoud ik me, als kunstenaar, tot die vragen? Ik kwam vanuit het Nederlandse kunstvakonderwijs, waar tien jaar geleden nog weinig sprake was van kritisch discours, in een heel andere wereld terecht.”
Dit proces van bewustwording werd versterkt door de verschillende guest lectures die aan de studenten werd aangeboden, door uiteenlopende schrijvers en denkers. Maar ook het wonen en werken in de stad Londen heeft haar ogen geopend. “Londen is bij uitstek een plek die laat zien hoe kapitalisme werkt, wat voor ongelijkheid tussen mensen dit teweeg kan brengen en hoe die ongelijkheid in stand wordt gehouden.”
Herrijzen uit de as
‘Phoenix’s Last Song’ werd in 2019 ontwikkeld voor een solotentoonstelling in Hotel Maria Kapel in Hoorn. Het vertaalt de mythe van de feniks, het fabeldier dat in staat was om uit zijn eigen as te herrijzen, naar het perspectief van een nog ongeboren baby. In de voice over wordt het kind door de feniks uitgenodigd om de wereld waarin het geboren zal worden, met open blik te betreden en daarin boven heersende (machts)structuren en opvattingen over opvoeding, gezin en hiërarchie uit te treden. Deze uitnodiging reikt, buiten het werk, ook tot de kijker.
My child, my child, you will be born,
out of the powder that is my ashes.
And you shall be, child of your mother,
you will not turn away your face.
I will teach you how to smile, but not in service of men.
Show you to be strong, but not in order to dominate.
And if you play the trumpet, it will not be for the battlefield.
“‘Phoenix’s Last Song’ gaat, heel concreet, over het durven nadenken over een andere toekomst,” aldus Van Meel. “En over wat er nódig is voor die toekomst, met betrekking tot de wereld waarin we leven en de wijze waarop we ons tot elkaar verhouden. Ik geloof dat er een andere manier is om sterk te zijn, en dat die kracht zich op tal van manieren kan manifesteren zonder daarbij weer terug te vallen op bestaande structuren en machtsverhoudingen. Het is absoluut een van mijn meest hoopvolle werken.”
De politieke dimensie van ouderschap
De installatie kwam voort uit Van Meels eigen aanstaande ouderschap. “Ik was zwanger van mijn eerste kind en hield me sterk bezig met de wereld waarin ik mijn kind zou brengen en met de vraag hoe het zich in die wereld zou kunnen bewegen, ontwikkelen en staande houden. En natuurlijk de vraag hoe het kind zelf ten goede aan die wereld zou kunnen bijdragen.” Een continue bevraging van de status quo.
Zelfs het basale gegeven van ‘ouderschap’ wil Van Meel ter discussie stellen; zij wil voorbij normatieve ideeën over ouderschap kunnen denken en ook léven, met name. Dit ligt ook ten grondslag aan ‘Plural Wombs’, een collaboratief project waarin heersende opvattingen over reproductieve rechtvaardigheid, het gegeven van de ‘nuclear family’ en de politieke dimensie van ouderschap ter discussie worden gesteld. “Met ‘Plural Wombs’ heb ik dit persoonlijke proces als het ware geopend, naar buiten toe, om de perspectieven en stemmen die ik hierbinnen ontwikkel te vermenigvuldigen.”
Het project nam aanvankelijk de vorm aan van een reeks kleinschalige workshops en performances die in verschillende steden zouden worden opgevoerd. Het project ging in januari 2020 van start in W139, maar moest na een eerste publieke editie al gepauzeerd worden vanwege de pandemie. Van Meel besloot hierop online verder te gaan.
Onder de titel ‘Plural Wombs Research Group’, opgezet in samenwerking met Kunstfort bij Vijfhuizen, wordt het werk van verschillende relevante schrijvers, denkers en activisten uiteengezet. De sessies zijn toegankelijk voor publiek en de lezingen kunnen online teruggekeken worden. Het zijn deze mensen die Van Meel inspireren en vaak ook uitdagen in haar werk en haar leven. “Het werk van Audre Lorde vind ik bijvoorbeeld erg passend in de huidige tijd omdat het de lezer uitnodigt om na te denken over verandering en daar naartoe te willen werken. Een ander belangrijk werk is Adrienne Rich’s Of Woman Born: Motherhood as Experience and Institution wat specifiek ingaat op de patriarchale samenleving en moederschap als instituut.” Ook recente werken komen in Plural Wombs Research Group voorbij, zoals het in 2017 verschenen Decolonial Daughter: Letters from a Black Woman to her European Son van Lesley-Ann Brown. Brown neemt ook deel aan het project en verzorgde eind juni een lezing over de problematiek van historische en recente koloniale structuren en racisme, bezien vanuit het werk van schrijver bell hooks.
Van Meel omschrijft ‘Plural Wombs’ zelf als een voortdurende dialoog; met andere kunstenaars én met de boeken die behandeld worden. Het project is even grens- en disciplineoverschrijdend als de rest van haar praktijk. “Ik heb juist andere kunstenaars om me heen nodig die hun eigen benaderingen aan dit proces toevoegen; vanuit queer-feministisch perspectief en dekoloniaal perspectief. Zolang de political alignment klopt streef ik naar een grote verscheidenheid aan stemmen.”
Het einde van het project is dan ook nog lang niet in zicht, en het is ook zeker niet gezegd dat het vanaf nu enkel nog online zal plaatsvinden. ‘Plural Wombs’ kan zich in elke richting ontwikkelen. Van Meel sluit niet uit dat er weer performances zullen worden opgevoerd, en ook publicaties behoren tot de mogelijkheden.
Toewerken naar een andere wereld; maar hoe?
Ik vraag Van Meel tot slot hoe zij de huidige maatschappelijke verschuivingen beschouwt. De vraag ‘hoe kan kunst de wereld veranderen’ kan wat haar betreft alleen benaderd worden met een veelheid aan verschillende antwoorden, en een bereidheid om daar continue over na te blijven denken. “In hoeverre ben je bereid om, elke dag opnieuw, verantwoordelijkheid te nemen voor onrechtvaardigheid in de wereld, en durf je die onrechtvaardigheid ook tegemoet te treden? In álle aspecten van je leven en je werk? Dat zij de vragen die we ons keer op keer moet stellen, en waar we we naar moeten handelen. Ik denk dat structurele veranderingen mogelijk zijn als mensen toestaan dat dat dagelijkse vragen zijn.”
“Veel mensen en instellingen, óók binnen de beeldende kunst, zijn erbij gebaat om de status quo te behouden. Wanneer ik zeg dat ik geloof dat kunst de wereld kan veranderen, dan heb ik het niet over de mainstream kunstwereld. Dan heb ik het over individuele kunstenaars, bepaalde kunstinstellingen. Over de nieuwe generaties, zoals de generatie van mijn studenten, bij wie ik gelukkig al veel meer engagement zie dan bij mijn eigen generatie.”
Miriam van Ommeren is kunsthistoricus en werkt als freelance schrijver/redacteur.
Plural Wombs Research Group | #3 Kathy-Ann Tan reads Hortense Spillers from Dorine van Meel on Vimeo.